Review Starboard X-15 vs Future Fly Flying Camel

De Starboard X-15 is een topboard. In 2023 is Matteo Iachino wereldkampioen geworden op dit board evenals zijn partner Blanca Alabau. Geduchte tegenstander van Matteo en net geen wereldkampioen was Amado Vrieswijk op de Future Fly Flying Camel. Leuk om deze 2 topboards naast elkaar te zetten en te ervaren wat de verschillen zijn. Voor de X-15 pakken we de populaire 85 en van de Flying Camel pakken we het nieuwe model, de 160. Lees in onze review de overeenkomsten en verschillen tussen deze 2 titanen.

• Starboard X-15 85 Carbon | L: 225 cm | B: 85 cm | 182 liter | 9,4 kg | 6,0m2 t/m 8,0m2 | Prijs: € 3.399,-
• Future Fly Flying Camel 160 | L 210 cm | B 85 cm | 160 liter | 9,0 kg | tot 10,0m2 | Prijs: € 3.499,-

Starboard X-15 85 een aerodynamisch geoptimaliseerd ontwerp

De Starboard X-15 85 is t.o.v. model ’23 grondig veranderd. Het vorige model was redelijk vlak met een dunne en relatief smalle neus. Bij de achterste voetbanden was het board lekker breed. Het nieuwe model is aan alle kanten wat opgeblazen. Het board is zeker aan de voorkant een stuk dikker geworden en het dek bij de achterste voetbanden is ook iets dikker en loopt ronder. De mast track zit ca 4 cm dieper wat ten goede zou moet komen aan de stabiliteit.

Het meest opzienbarend is wel de achterkant. Was het vorige model aan de achterkant helemaal recht, hier loopt het board rond. Het lijkt wel op een snavel van een eend :). Die achterkant zorgt er dan ook voor dat het board ca 15 cm langer is dan het vorige model. Het volume van het board is met bijna 10 liter toegenomen. Ook is het boardje merkbaar zwaarder geworden. Net als bij het model van vorig jaar kun je de achterste voetbanden iets meer naar binnen plaatsen voor extra controle.

In de bodem shape is de druppelvorm, die in het vorige model ook al zat, nog extremer doorgetrokken. Naast een betere aerodynamica zorgt dit ook voor een snelle take off. Al deze aanpassingen moeten ervoor zorgen dat de aerodynamica in de lucht veel beter is, waardoor het board stabieler foilt. En we weten inmiddels dat stabiliteit zorgt dat je langer controle hebt en je dus beter kunt pushen. Daarnaast zorgt de dikkere neus dat het gijpen ‘smoother’ verloopt en dat het board nog beter afketst bij touch downs.

Future Fly een korte introductie

Even een korte introductie over het merk Future Fly. Arnon Dagan is dé man achter dit merk. Naast oud PWA wedstrijdsurfer was hij ook topshaper bij de grootste windsurfmerken. De ambitie Arnon is om met zijn kennis en ervaring de allerbeste boards te bouwen. Ook de bouwwijze van de boards zijn anders. In de Flying Camel zit sterker carbon verwerkt wat stijver en minder kwetsbaar is. Daarnaast zijn er op diverse plekken stringers verwerkt die voor extra stijfheid zorgen en extra sterkte (op plekken waar dit nodig is). Volgens Future Fly is de tolerantie van de productie ook kleiner t.o.v. andere grote merken. Dat verklaart de meerprijs van de Future Fly boards.

Dit nog relatief kleine merk heeft met Amado Vrieswijk een absolute topper als team rider. Amado heeft in 2023 met de Flying Camel het PWA event in Sylt en Japan gewonnen. Daarmee is Amado net achter Matteo geëindigd op een 2e plek overall. Deze ervaring is vertaald in een nieuw model, de Flying Camel 160.

Future Fly Flying Camel 160 focus op controle door andere aanpak

De Flying Camel 160 is een breed inzetbaar board. Volgens Future Fly kun je hier zeilen tot 10 m2 op varen. O.b.v. onze ervaringen denken wij dat maten van 5,0m2 t/m 8,0m2 het beste passen bij dit board. Wat echt opvalt is hoe licht de Flying Camel 160 is. Op papier zou dit board ca een 1/2 kilo lichter moeten zijn dan de X-15. Maar dit is absoluut meer. We hebben beide boards gewogen en de Future Fly is ruim 1 kilo lichter dan de Starboard X-15 85.

De Future Fly Flying Camel 160 is minder extreem vormgeven in vergelijking met de Starboard X-15. Sterker het dek van het board is nagenoeg vlak. De neus is relatief smal en het boardje wordt naar achteren toe gelijkelijk breder. Volgens Future Fly zou de relatief smalle neus en relatief brede achterkant zorgen voor extra stabiliteit tijdens high speed foilen. In de bodemshape zien we aan de voorkant ook weer een V shape terug, wat moet voorkomen dat het board plakt aan het water tijdens touch downs. Aan de achterzijde is het board ook minder extreem. Enkel redelijk eenvoudige cut outs die moeten zorgen voor een early take off.

De masttrack zit ook wat dieper verzonken in het board. Ongeveer 2 cm. En t.o.v. de meeste slalomfoil board zit de mast track ca 3 cm verder naar achteren. Hetzelfde geldt ook voor de voorste en achterste voetbanden. Zowel de voorste als achterste voetbanden kunnen door een dubbele rij voetbandpluggen iets naar binnen geplaatst worden voor meer controle of meer freeracen.

De zaag in de carbon mast

Met het plaatsen van de foil lopen we tegen een probleem aan! Net als de meeste foil masten heeft de foil mast van de F4 Foils 101 een rechte bovenkant. Deze masten passen perfect in de foilboxen die de meeste merken gebruiken. Echter Future Fly gebruikt een deep tuttle foil box. Deze box loopt aan de bovenkant schuin af. Hierdoor is de box niet diep genoeg om een foilmast met een rechthoekige base in te plaatsen.

Er zit dus niets anders op dan de base schuin af te zagen om de mast passend te krijgen in de box. Dat is natuurlijk zuur om de zaag te moeten zetten in je dure carbon mast (Note: Starboard heeft op de base een ‘cut line’ zitten zodat je weet waar je de base moet afzagen).

Verschillen tussen Flying Camel 160 en X-15 85 duidelijk merkbaar

Na de grondige inspectie op de kant, snel het water op. Met ca 10 tot 14 knopen starten we met een lichtweer sessie. Met de Severne HG6 8,0 m2 en F4 Foils Slalom foil met 560 cm2 front wing en 190 cm2 back wing.

We starten met de Flying Camel 160 en merken direct hoe makkelijk dit board aan te pompen is en hoe makkelijk het board op de foil komt. Duidelijk makkelijker dan de X-15. Dit ondanks het lagere volume van de Flying Camel. We denken dat dit komt doordat zowel de mast track en de voetbanden verder naar achteren staan. Ook het duidelijk lagere gewicht zal hieraan bijdragen. Hierdoor heb je minder druk op de neus, waardoor het board makkelijker glijdt over het water.

Op de foil voelt de Flying Camel 160 heel stabiel en gebalanceerd. Met deze set up staan we erg relaxted. Met een windvlaag merken we ook hoe makkelijk de set accelereert. Het valt gewoon op! Het board voelt al snel vertrouwd wat maakt dat we al snel het vertrouwen hebben om te pushen en het boardje lekker down wind te laten lopen. Ook nu merken we dat we erg ‘gecontroleerd staan’ op het board. We ervaren veel controle ook als er even een flinke vlaag komt. Dit komt doordat we net iets anders staan op het board door de andere configuratie van de voetbandposities. Het is net of we net wat meer power kunnen handlen dan op de Starboard X-15.

Met een knoop of 12 is het dan ook erg relaxted cruisen met deze set up. Met vlagerige wind wordt ook de neus van dit board door het zeil naar beneden gedrukt, maar het lijkt net alsof we meer tijd hebben om het te corrigeren. We denken dat dit voornamelijk te danken is aan het feit dat de mast track en de voetbanden relatief ver naar achteren staan en de neus van het board erg licht is.

Ook een volgende sessie met windvlagen ruim door de 16 knopen (met de 8,0m2 en 7,0m2 ) ervaren we nog steeds dezelfde controle als tijdens de light wind sessie. Het gijpen op dit board gaat extreem makkelijk. Ook met weinig wind is het makkelijk om voldoende snelheid te houden op de foil te komen. Het voelt erg licht.

Switchen we vervolgens naar de X-15 85 dan staan we gevoelsmatig iets hoger (komt door iets dikkere achterkant). Dat geeft met weinig wind het gevoel net iets meer power te hebben. Tegelijkertijd voelt het ook iets minder stabiel aan. Het is net of het boardje de neiging heeft om over zijn lengte as te rollen. Een kwestie van wennen en je techniek aanpassen. In deze light wind condities hebben we het gevoel net iets meer power te hebben dan op Flying Camel. Enkel het vraagt wel meer concentratie en techniek om dit ook om te zetten in extra snelheid.

Waait het wat harder of gooien we het boardje down wind, dan ervaren we iets minder controle dan op de Flying Camel en vraagt het meer van onze techniek. Het boardje voelt iets nerveuzer en we hebben sneller het gevoel op de grens (van ons kunnen of onze techniek) te foilen. De reacties van het board zijn net wat directer en extremer in vergelijking met de Flying Camel 160. Hoe harder het gaat waaien hoe duidelijker dit wordt. De X-15 vraagt om 100% toewijding van de rider om het maximale uit het board te houden.

Ook het gijpen vraagt net iets meer toewijding (en agressievere stijl) dan op de Flying Camel. Je moet de X-15 net wat korter en agressiever de bocht doorjagen om voldoende snelheid te houden. Ideaal natuurlijk als je kort rond een boei moet om het gat voor je concurrent dicht te houden. Maar vraagt wel meer van je technische skills (en lef) t.o.v. de Flying Camel.

Flying Camel en X-15 zijn boards voor kleine foil set up

Wat beide boards gemeen hebben, is dat ze het beste presteren met een foil setup met kleine wings. Met de oude X-15 foilde we regelmatig met een 620 cm2 front wing of zelfs met een 720 cm2. Met deze boards is een 620 cm2 front wing al snel te groot. Overweeg je één van deze boards aan te schaffen, houdt er dan rekening mee dat je gemiddeld genomen met kleinere wings moet foilen om het uiterste uit deze boards te halen. Dit in combinatie met fuselages van maximaal 105 cm. Al merkte we dat op beide boards een fuselage van 105 cm ook al snel overpowered aanvoelt. Fuselages van ca 100 cm lang zijn ideaal.

Wat heeft jou voorkeur?

Beide boards zijn natuurlijk erg aan elkaar gewaagd als het gaat om perfomrance. De manier waarop is wel heel verschillend. Het is belangrijk na te denken wat jouw eigen stijl van foilen is en uit welk board jij het meeste weet te halen. We zetten de verschillen voor je op een rij:

In detail, onze set up van de Flying Camel en X-15

Voetbandposities

Voor beide boards gebruiken we voor de achterste voetbanden de binnenste posities. Met meer wind en down wind geeft dit de meeste controle. Met weinig wind zetten we onze achterste voet iets meer naar buiten (dus een beetje uit de achterste voetband) om net iets meer power te hebben. Op de Future Fly laten we de voorste voetband wel in de buitenste positie staan (op de Starboard is er geen keuze).

Op beide boards hebben we de achterste voetband in de middelste van de 3 pluggen staan en de voorste voetband zetten we in de voorste plug. Hierdoor staan we iets verder uit elkaar met onze benen uit. We staan dan iets stabieler en kunnen beter de hoogte balans houden. Daarnaast kunnen we makkelijker meer druk geven op de foil als het harder gaat. Het nadeel dat we wellicht iets later op de foil komen (we staan iets meer naar voren) nemen we voor lief.

Mastvoet positie

Op de Flying Camel hebben we de mast track ongeveer in het midden staan. De mast track staat relatief ver naar achteren. Deze positie geeft een mooie balans tussen snel op de foil komen en een goede balans/stabiliteit tijdens foilen. In deze positie hebben we ook geen last dat het onderlijk over de voetbanden sleept.

Op de X-15 zetten we de mast track t.o.v. de midden positie 2 cm naar achteren. Het board wordt daardoor iets minder gevoelig bij windvlagen. Ook zorgt het ervoor dat het onderlijk minder snel de voetbanden raakt. Doordat de mast track zo diep zit, hadden we regelmatig dat het onderlijk achter de achterste voetbanden bleef hangen, waardoor het board uit balans raakt. De mast track iets naar achteren verhielp dit voor 80%.

Rake van de fuselage

Op beide board foilde we met een rake van tussen de 3,0 en 3,5 graden. Met lichte wind (op het binnenwater) vonden we een rake van 2,5 tot 3,0 graden ook fijn. Door de kleinere rake kwamen we net wat makkelijker op de foil.

Future Fly Flying Camel uittesten

Wil je zelf ervaren hoe de Flying Camel 160 foilt? We hebben dit board beschikbaar in ons test center om uit te testen. Stuur ons een bericht en we plannen graag een testafspraak met je in.